Een robot voor kankerpatiëntjes

Bibliotheek De Mariënburg in Nijmegen, Petran Meertens en ik van iXperium Nijmegen sloegen de handen ineen en creëerden een programma waarbij leerlingen van Stedelijk Gymnasium Nijmegen en ROC Rijnijssel op een betekenisvolle wijze aan de slag gingen met het programmeren van een robot. Een spannende en inspirerende uitdaging!

In de toekomst gaan we steeds vaker geconfronteerd worden met robots en zeker de kinderen van nu gaan in grote mate te maken krijgen met robotisering.

De leerlingen kregen een serieuze opdracht: hoe kun je de robot zinvol inzetten, op een goede manier? Ze bedachten om de robot in te zetten bij de bestraling van kinderen met kanker. De robot, die opgewassen is tegen stralingen, zou dan als ‘maatje’ de kankerpatiënt kunnen vergezellen in een MRI-cabine. Zo kan hij de patiënt vergezellen, geruststellen of een mooi verhaal vertellen.

De leerlingen kregen op school en in de bibliotheek de tijd om zich voor te bereiden in geformeerde projectteams. Door een realistische planning, taakverdeling en tijdspad uit te zetten konden de leerlingen aan de slag om toe te werken naar een kwalitatief eindproduct.
Om het onderwerp te onderzoeken begonnen ze met het verzamelen van ideeën en informatie. Dit kreeg vorm door een hoofdvraag en diverse deelvragen te formuleren en te ordenen via een mindmap. Vervolgens gingen de leerlingen op onderzoek uit. Niet alleen over robotica, maar ook over de doelgroep, in dit geval kinderen met kanker.
Dat betekende informatie verzamelen door te zoeken in diverse bronnen zoals internet en boeken, maar ook door interview. Bevindingen werden aangevuld in de mindmap.

Met een schat aan informatie en een aangevulde mindmap keerden de ‘projectteams’ terug in de bibliotheek. Met een rugzak vol kennis dachten de leerlingen na over goede vragen en zinnen die de robot zou kunnen stellen aan de patiënt. Vragen die je stelt om je op je gemak te voelen (social act), welke vraag werkt om een glimlach te doen ontstaan of om tegemoet te komen aan andere emoties. Vervolgens werkten de leerlingen een verhaal uit of een gedicht om later in de robot te kunnen programmeren.
Dit alles werd geordend via een storyboard, zodat er een goede opbouw ontstond.

De robot heeft een hoge aaibaarheidsfactor. Maar wanneer hij staat te dansen bij een emotionele vraag dan werkt dat averechts. De emotie van de robot dient dus overeen te komen met de intentie en lading van de vraag. Ook dat werd uitgewerkt in fragmenten in het storyboard.

In de middag oefenden de leerlingen met de logica van het programmeren van de robots. Gebaat met vallen en opstaan, mislukken en herzien, werden ze uitgedaagd om creatief en kritisch te denken in oplossingen. Uiteindelijk lukte het de projectteams allemaal om hun vragen, gedichten en verhalen ondersteund met een passende emotie, te programmeren in de robot en te presenteren aan elkaar.

Zie ook mijn bericht op Twitter.